Cystine is een aminozuur, een van de bouwstenen voor eiwitten. Aminozuren komen in het voedsel voor en worden via de darmwand opgenomen in het bloed. Onder normale omstandigheden komt een deel van de aminozuren vanuit het bloed in de eerst gevormde urine in de nier terecht. Ze worden echter direct daarna weer bijna volledig teruggevoerd in het bloed met behulp van een speciaal transportsysteem in de wand van de niertubuli. Aminozuren worden dus bij gezonde dieren niet uitgescheiden in de urine. Bij honden met Cystinurie is er een defect in het transportsysteem dat het cystine terug moet brengen in de bloedbaan. In het zure milieu van de urine slaat cystine neer in de vorm van kristallen. Deze kristallen groeien in de loop van de tijd verder uit tot nier- en blaasstenen. De nier- en blaasstenen kunnen de urineleiders volledig blokkeren waardoor een levensbedreigende situatie ontstaat die acuut operatief ingrijpen noodzakelijk maakt. Omdat reuen een nauwere urineleider hebben dan teven zullen zij eerder en vaker in de problemen komen. In het ergste geval kan de urineleider volledig verstopt raken waarna de blaas uitzet en, bij te laat ingrijpen, zelfs kan scheuren. Wanneer de druk in de blaas toeneemt wordt de urine teruggestuwd naar de nieren die onder druk komen te staan. Als deze druk te lang aan houdt en te hoog wordt zullen uiteindelijk niercellen afsterven waarna de nier het volledig kan begeven. Dit laatste heeft onvermijdelijk de dood tot gevolg.

Vrij x Vrij = 100 % vrij

Drager x Vrij = 50% vrij, 50% drager

Drager x Drager = 25% vrij, 50% drager, 25% lijder

Lijder x Vrij = 100% drager

Lijder x Drager = 50% drager, 50% lijder

Lijder x Lijder = 100% lijder

Cystinurie is een autosomaal recessief verervende afwijking. D.w.z. dat de ziekte zich op één gen bevindt en er is een dubbel defect gen nodig om ziek te zijn. Als het gen helemaal niet aanwezig is, is de hond vrij van cystinurie, heeft een hond 1 defect gen dan is hij drager van cystinurie maar is zelf gezond en zal nooit ziek worden, een hond met een dubbel defect gen is lijder en dus ziek. Het is mogelijk, en voor fokdieren verplicht, om middels een DNA-test uit te zoeken of een hond vrij, drager of lijder is. Honden die lijder zijn mogen niet ingezet worden in de fokkerij. Honden die drager zijn mogen wel in de fokkerij ingezet worden, maar zullen alleen gepaard mogen worden met een partner die vrij is.

Lijders hebben 2 defecte genen en lopen risico, zij geven altijd een defect gen door aan hun nakomelingen (Reuen die lijder zijn moeten gecastreerd worden en zullen dan ook nooit last hebben van deze afwijking)

Dragers hebben 1 defect en 1 gezond gen en lopen nagenoeg geen risico, zij geven het defecte gen aan gemiddeld de helft van hun nakomelingen door (dragers hebben geen problemen) (ze kunnen nooit lijders door geven maar alleen dragers en vrij)

Vrije honden hebben 2 gezonde genen, zij geven alleen gezonde genen aan hun nakomelingen door.

***Overigens honden die worden geboren uit twee cystinurie-vrije ouders als vrij geregistreerd en hoeven niet meer getest te worden***.

Behandeling van Cystinurie

Dieren met Cystinurie worden meestal behandeld met stoffen die cystine binden en daardoor de vorming van kristallen voorkomen. Bij de mens zijn de meest gebruikte middelen 2-mercaptopropionylglycine (MPG) en Dpenicillamine. Er is weinig informatie beschikbaar over de effectiviteit van deze middelen bij honden. Er is een onderzoek waarin wordt geconcludeerd dat bij Newfoundlanders hogere doseringen van MPG nodig zijn dan bij andere honden met Cystinurie. Dat zou ermee te maken kunnen hebben dat Newfoundlanders aan een ernstiger vorm van Cystinurie lijden dan de meeste andere rassen. Het andere product, D-penicillamine, bleek in dit onderzoek nauwelijks effect te hebben bij het reduceren van de nier- en blaasstenen. Behandeling met MPG kan er in een aantal gevallen toe leiden dat de cystine-stenen weer oplossen waarmee de noodzaak tot operatief ingrijpen vervalt. Jammer genoeg zijn sommige Newfoundlanders nauwelijks te helpen met deze behandeling. Ze krijgen de problemen herhaaldelijk terug en kunnen alleen nog met operaties worden geholpen.

DNA-test voor Cystinurie

In de literatuur wordt melding gemaakt van meer dan zestig rassen waarbij Cystinurie voorkomt. Helaas zijn er veel genetisch verschillende vormen. Bij de Newfoundlander (en de Landseer) werd één genetische variant ontdekt en bij de Labrador Retriever een andere, beide met een autosomaal recessieve vererving. Met andere woorden, dieren van deze rassen die aan Cystinurie lijden hebben twee mutante allelen van elke ouder hebben ze er één gekregen. Dragers hebben maar één mutant allel en vertonen geen klinische verschijnselen. De onderzoeksgroep van dr. Urs Giger van de University of Pennsylvania School of Veterinary Medicine heeft de DNA-markers gevonden voor de beide varianten van Cystinurie en heeft daarvoor de test ontwikkeld waarmee dragers en lijders kunnen worden opgespoord. De groep zoekt momenteel naar DNA-markers voor de erfelijke vormen van Cystinurie die bij andere rassen voorkomen. Dankzij deze DNA-testen kan de Cystinurie-status van toekomstige fokdieren al op jonge leeftijd worden vastgesteld waardoor effectief kan worden geselecteerd tegen de afwijking. Op grond van de test krijgen de dieren de uitslag “lijder”, “drager” of “vrij” voor de marker waarop ze zijn onderzocht. Het kan echter niet worden uitgesloten dat er binnen de rassen meerdere erfelijke vormen van Cystinurie voorkomen. Dat geldt zowel voor de Newfoundlander en de Landseer als voor de Labrador.

Sinds kort (2016) is de test op Cystinurie voor de Franse Bulldog ook beschikbaar, dit variant heet Cystinurie type 3 en deze test kan alleen gedaan worden bij Universiteit van Pennsylvania (Penngen)
Dit is eenvoudig met een swab (lijkt op een soort watten staafje) en wangslijm te testen. De test Cystinurie type 3 kan je alleen online bestellen bij Universiteit van Pennsylvania (Penngen) in Amerika  en na directe betaling krijg je de swab en de rest van de informatie automatisch thuis gestuurd.

Uitleg:

Allergenen komen in verschillende varianten voor. Zo’n variant wordt een allel genoemd. Van elk gen heeft een diploïd organisme twee allelen. In homologe chromosomen liggen de allelen op dezelfde plaats, oftewel op hetzelfde locus.

Niertubuli: microscopisch kleine buisjes in de nier die de urine vervoeren binnen de nier; tijdens dit vervoer verandert de samenstelling van de urine)